LET OP: Deze richtsnoeren zijn opgesteld door de diensten van de Commissie en houden geen verplichting voor de Europese Commissie in. Alleen het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om het Unierecht bindend uit te leggen.
Sinds 20 augustus 2020 zijn bestuurders van voertuigen met een analoge tachograaf op grond van artikel 34, lid 6, punt f), van Verordening (EU) nr. 165/2014 verplicht om na het overschrijden van een lidstaatgrens het symbool van het land dat zij binnenrijden manueel te registreren in de tachograaf. Overeenkomstig artikel 34, lid 7, tweede alinea, van die verordening geldt die verplichting sinds 2 februari 2022 ook voor bestuurders van voertuigen met een digitale tachograaf, met inbegrip van de eerste generatie slimme tachografen(1).
Deze verplichting moet in de eerste plaats de handhaving van de bepalingen inzake cabotagevervoer(2) en inzake de detachering van bestuurders(3) vergemakkelijken. Ze geldt voor alle voertuigen die onder Verordening (EU) nr. 165/2014 vallen, ongeacht het soort vervoer dat wordt uitgevoerd.
Het gaat om een overgangsmaatregel in afwachting van de uitrol van een nieuwe generatie slimme tachografen(4) die grensoverschrijdingen automatisch kunnen registreren. Alle voertuigen die vanaf 21 augustus 2023 voor het eerst worden geregistreerd/ingeschreven, moeten met een dergelijke tachograaf(5) zijn uitgerust. Voertuigen die momenteel met een analoge of een oudere digitale tachograaf zijn uitgerust, moeten uiterlijk 31 december 2024(6) met deze nieuwe tachograaf worden uitgerust. Voertuigen die reeds met een slimme tachograaf zijn uitgerust, moeten uiterlijk 18 augustus 2025 worden aangepast (7). Ten slotte moeten alle lichte bedrijfsvoertuigen met een toegestane maximummassa tussen 2,5 en 3,5 ton waarmee internationaal vervoer of cabotage wordt verricht, overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt a bis), van Verordening (EG) nr. 561/2006(8) vanaf 1 juli 2026 met een tachograaf zijn uitgerust.
(1) Slimme tachografen die voldoen aan bijlage IC bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 van de Commissie t.e.m. 20 augustus 2023.
(2)Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.
(3)Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012.
(4) Slimme tachografen die voldoen aan bijlage IC bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 van de Commissie, als gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1228 van de Commissie van 16 juli 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 met betrekking tot de eisen voor de constructie, het testen, de installatie, de exploitatie en de reparatie van slimme tachografen en tachograafonderdelen.
(5) Artikel 8, lid 1, vierde alinea van Verordening (EU) nr. 165/2014, in samenhang met artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1228 van de Commissie.
(6) Artikel 3, lid 4, van Verordening (EU) nr. 165/2014.
(7) Artikel 3, lid 4 bis, van Verordening (EU) nr. 165/2014.
(8)Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad.
In Verordening (EU) nr. 165/2014 is bepaald dat het symbool van het land dat de bestuurder binnenrijdt nadat hij een grens van een lidstaat heeft overschreden handmatig moet worden geregistreerd “bij het begin van zijn eerste stop in die lidstaat”, die moet worden gemaakt “bij de dichtstbijzijnde stopplaats aan of voorbij de grens”.
Verkeersveiligheid is een van de belangrijkste doelstellingen van Verordening (EG) nr. 561/2006 inzake rijtijden, onderbrekingen en rusttijden. De tachograaf is het belangrijkste instrument om de naleving van die regels te controleren. De naleving van de verplichting om de grensoverschrijdingen handmatig in te voeren mag de naleving van de nationale en EU-wetgeving op het gebied van verkeersveiligheid in geen geval in het gedrang brengen. Bij de beoordeling van wat de “dichtstbijzijnde stopplaats” is, moet rekening worden gehouden met de verkeersveiligheidsregels en -beperkingen op het moment waarop de bestuurder besluit waar hij kan stoppen om de grensoverschrijding in te voeren. Er moet met name rekening worden gehouden met het mogelijke gebrek aan beschikbare parkeerplaatsen in grensgebieden, om het risico op gevaarlijke files in de omgeving van grenzen te voorkomen.
Voorbeeld 1: De harde berm of vluchtstrook van een weg mag niet worden beschouwd als een “mogelijke stopplaats” om deze verplichting na te komen, aangezien het gebruik daarvan waarschijnlijk in strijd zou zijn met de verkeersregels.
Voorbeeld 2: Na het overschrijden van een grens ziet een bestuurder dat de uitrit naar het eerste parkeerterrein geblokkeerd is en/of dat er geen plaats is op het parkeerterrein. In dat geval heeft de bestuurder twee opties: hetzij de wachtrij op de uitrit naar het parkeerterrein nog langer maken, hetzij zijn of haar route voortzetten. Wanneer de eerste optie de verkeersveiligheid in gevaar brengt (met name voor aankomende voertuigen), mag een vol parkeerterrein niet als een “mogelijke stopplaats” in de zin van Verordening (EU) nr. 165/2014 worden beschouwd. De bestuurder moet de tweede optie kiezen en zijn/haar weg voortzetten tot de volgende mogelijke stopplaats. Naargelang het tijdstip van de dag waarop een bestuurder op een bepaalde punt passeert, is “de dichtstbijzijnde stopplaats” niet per definitie hetzelfde parkeerterrein.
Conclusie:
De handhavingsautoriteiten, die deze bepaling op het terrein handhaven, worden geacht bij de toepassing van artikel 34, lid 6, punt f), en artikel 34, lid 7, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 165/2014 rekening te houden met verkeersveiligheidsoverwegingen en de flexibiliteit van het begrip “dichtstbijzijnde stopplaats”. Daarom moeten zij bij de controle op de naleving van de verplichting om grensoverschrijdingen in de tachograaf te registreren, rekening houden met alle verkeersomstandigheden en verkeersveiligheidsvereisten.
Voorts wordt van vervoersondernemingen verwacht dat zij hun bestuurders correcte instructies geven over de naleving van de regels inzake rij- en rusttijden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 561/2006(1) en Richtlijn (EU) 2020/1057.
(1) Artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 561/2006.